Geen onderdeel van de uitrusting van een ondergemiddelde tennisspeler wordt zo slecht bekeken als de snaren. In het rijtje “voorbereiding” van veel beginnende tennissers staat het volgende; kleren goed, haartjes in de plooi, de juiste cap of bandana, mooie sokken en mooie schoenen. Sommige tennissers kijken ook nog even naar hun racket; als er gratis grips zijn op een toernooi komt er weer een nieuw gripje op en zolang het frame niet gebroken is, is er niks aan de hand.
Daar is op zich niks mis mee. Als je een recreatieve tennisser bent en je herkent je in dit beeld; je doet het prima. Er is niks mis met recreatief tennissen. Sterker nog: het is de beste vorm van recreatie die ik ken. Ben je echter een competitieve tennisser, dan kan er nog wel een tandje bij. In bijvoorbeeld een competitieteam is proberen te presteren onderdeel van de functie-eisen. En proberen te presteren begint bij je materiaal. En je materiaal; dat is je racket (en je schoenen, maar daar later een post over).
Over je racket
Je racket bestaat uit 2 onderdelen; je frame en de snaren. Het frame houdt de snaren vast en kan zonder de snaren niks. De snaren zijn het contactoppervlak voor de bal. Een frame kan een kleine eeuwigheid mee. Vrijwel elke week zie ik rackets van 30 tot 40 jaar oud in goede staat. Snaren kunnen wat minder lang mee. Het is een “slijtage-onderdeel”.
Wanneer bespannen
Vroeger werd als leidraad meegegeven dat hoe vaak je in de week tenniste, hoe vaak je per jaar opnieuw moest bespannen. Dat was helemaal prima. Tegenwoordig is spin-effect in ons spel gekomen. Daarvoor moeten de snaren soepel over elkaar kunnen glijden.
Nu dan; de nieuwe leidraad;
Na 1 jaar; ga naar je bespanner.
Tennis je 1 keer per week; bezoek minstens 2 keer per jaar je bespanner.
Tennis je 2 keer per week; bezoek minstens ieder kwartaal je bespanner.
Tennis je vaker en/of heb je meerdere rackets; maak afspraken met je bespanner of je vaker langs moet komen.
Als je snaren niet makkelijk terug gaan naar de positie waar ze horen; ga naar je bespanner.
Krijg je armklachten; ga naar je bespanner.
Is er een snaar kapot; ga naar je bespanner.
Heb je binnenkort een belangrijke wedstrijd, of begint de competitie bijna; ga naar je bespanner.
Heb je een nieuw racket gekocht; ga naar je bespanner.
Je wilt natuurlijk niet dat je spel lijdt onder je snaren omdat je niet meer makkelijk topspin slaat, omdat je last hebt van je arm, of omdat je met het racket van een ander moet spelen. Voor nieuwe rackets geldt altijd dat je niet weet hoe lang de snaren er in zitten en hoe nuttig die zijn. Stuur dus vooral eens een appje naar De Tenniswinkel en vraag wat je wil over alles wat met materiaal te maken heeft, we helpen graag!